Liturgie eredienst 23 januari 2022 09:30
De dienst is met beeld te volgen via kerkdienstgemist.nl of te beluisteren via kerkomroep.nl.
Helaas wil het nog wel eens voorkomen dat het geluid bij kerdienstgemist.nl wegvalt, probeer in dat geval mee te luisteren via kerkomroep.nl, die doet het vaak wel.
Protestantse Gemeente De Zaaier, Ens
Liturgie zondag aanvang 9:30 uur
Voorganger: Ds. J. Menkveld, Urk
Ouderling van dienst: Karin Steiginga
Diaken van dienst: Betty Assenberg van Eijsden
Organist: Paul Buijnink
Mededelingen door de ouderling van dienst
Zanggroep en gemeente zingen: Psalm 121: 1, 2 en 4
1 Ik sla mijn ogen op en zie
de hoge bergen aan, waar komt mijn hulp vandaan?
Mijn hulp is van mijn Here, die
dit alles heeft geschapen. Mijn herder zal niet slapen.
2 Uw wank’le voeten zet Hij vast,
als gij geen uitkomst ziet: uw wachter sluimert niet!
Zijn oog wordt door geen slaap verrast,
Hij wil, als steeds voor dezen, Israël wachter wezen.
4 De Heer zal u steeds gadeslaan,
Hij maakt het kwade goed, Hij is het die u hoedt.
Hij zal uw komen en uw gaan,
wat u mag wedervaren, in eeuwigheid bewaren.
Stil gebed, Bemoediging, Groet
Zanggroep en gemeente zingen: Lied 838: 1, 2 en 4
1 O grote God die liefde zijt,
o Vader van ons leven,
vervul ons hart, dat wij altijd
ons aan uw liefde geven.
Laat ons het zout der aarde zijn,
het licht der wereld, klaar en rein.
Laat ons uw woord bewaren,
uw waarheid openbaren.
2 Maak ons volbrengers van dat woord,
getuigen van uw vrede,
dan gaat wie aarzelt met ons voort,
wie afdwaalt met ons mede.
Laat ons getrouw de weg begaan
tot allen die ons verre staan
en laat ons zonder vrezen
de minste willen wezen.
4 Wij danken U, o liefde groot,
dat Christus is gekomen.
Wij hebben in zijn stervensnood
uw diepste woord vernomen.
Nog klinkt dat woord; het spreekt met macht
en het wordt overal volbracht
waar liefde wordt gegeven,
wij uit uw liefde leven.
Wetslezing
Zanggroep en gemeente zingen: Lied 78: 1, 2 en 3
1 Mijn volk, ik ga geheimen openleggen.
Wend nu het oor tot wat ik u zal zeggen.
Verborgenheden wil ik openbaren,
een van oudsher ons doorgegeven mare,
roemrijke daden door de Heer volbracht,
zijn grote wondren en zijn grote kracht.
2 Laat ons wat onze vaderen vertelden
doorgeven en aan onze kind’ren melden.
’t Getuigenis aan Israël geschonken,
het heil dat van de hemel heeft geklonken,
het is een licht dat ons ten leven leidt, –
ons en al wie door ons wordt ingewijd.
3 O Heer, hoezeer onwillig en weerbarstig,
ontrouw van geest, van harte onstandvastig
is het geslacht dat zich op U niet richtte,
dat niet volbracht waartoe Gij het verplichtte,
uw daden en uw tekenen vergat
die Gij de vaderen bewezen had.
Gebed
Kindermoment: Zelfs in de gevangenis is God
Luisterlied: Bewaar je oog, bewaar je oog voor wat je ziet
Bijbellezingen:
2 Koningen 6:8-23
8 De koning van Aram voerde oorlog tegen Israël. Telkens als hij in overleg met zijn bevelhebbers besloot om bij een bepaalde plaats zijn kamp op te slaan, 9 liet de godsman Elisa de koning van Israël waarschuwen dat hij uit die buurt moest wegblijven omdat de Arameeërs daar een aanval beraamden. 10 De koning van Israël liet dan de inwoners van de plaats die de godsman had genoemd waarschuwen en zorgde ervoor zelf uit de buurt te blijven. Dat ging zo keer op keer, 11 tot grote ergernis van de koning van Aram. Hij riep zijn bevelhebbers bij zich en vroeg hun: ‘Zeg me: wie van onze mensen heult met de koning van Israël?’ 12 Een van de bevelhebbers antwoordde: ‘Niemand, mijn heer en koning, maar de profeet Elisa in Israël weet de koning van Israël zelfs te vertellen wat u in uw slaapkamer zegt.’ 13 Hierop zei de koning: ‘Zoek voor mij uit waar hij is, dan zal ik hem gevangen laten nemen.’ Toen hem werd verteld dat Elisa in Dotan was, 14 stuurde hij een groot leger met strijdwagens en paarden op de stad af. De Arameeërs kwamen ‘s nachts bij Dotan aan en omsingelden de stad. 15 Toen de bediende van Elisa de volgende morgen opstond en naar buiten kwam, zag hij dat de stad omsingeld was door een leger met strijdwagens en paarden. ‘Wat moeten we beginnen, heer?’ riep hij uit. 16 Zijn meester antwoordde: ‘Wees niet bang, wij zijn met meer dan zij.’ 17 En hij bad: ‘HEER, open zijn ogen en laat het hem zien.’ De HEER opende Elisa’s knecht de ogen, en toen zag hij dat de heuvels vol stonden met paarden en wagens van vuur, die Elisa omringden. 18 Toen de Arameeërs op Elisa afkwamen, smeekte hij de HEER hen te verblinden. De HEER verblindde hen, zoals Elisa had gevraagd, 19 en toen zei Elisa tegen hen: ‘U bent verkeerd. Dit is niet de stad waar u zijn moet. Volg mij, dan zal ik u de weg wijzen naar de man die u zoekt.’ Hij leidde hen naar Samaria, 20 en daar aangekomen bad hij: ‘HEER, open hun ogen en laat hen weer zien.’ De HEER opende hun de ogen, en toen zagen ze dat ze zich midden in Samaria bevonden.
21 Toen de koning van Israël de Arameeërs zag, vroeg hij aan Elisa: ‘Wat vindt u, vader? Zal ik ze doden?’ 22 ‘Nee, ‘antwoordde Elisa, ‘dood hen niet. Hebt u ze soms met uw eigen wapens krijgsgevangen gemaakt, dat u hen zou doden? Zet hun een maaltijd voor, zodat ze kunnen eten en drinken, en laat hen teruggaan naar hun heer.’ 23 Hierop liet de koning een overvloedig gastmaal voor hen aanrichten, en toen ze gegeten en gedronken hadden stuurde hij hen terug naar hun heer. Van toen af aan deden de Aramese benden geen invallen meer in Israël.
Openbaring 3:14-18
14 Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: “Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping: 15 Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! 16 Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal ik u uitspuwen.
17 U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. 18 Daarom raad ik u aan: koop van mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien.
Zanggroep en gemeente zingen: ‘Lied 836: 1, 2 en 4
(op melodie lied 463 LvdK 1973)
1 O Heer die onze Vader zijt,
vergeef ons onze schuld.
Wijs ons de weg der zaligheid,
en laat ons hart, door U geleid,
met liefde zijn vervuld.
2 Geef dat uw roepstem wordt gehoord,
als eenmaal bij de zee.
Geef dat ook wij uw nodend woord
vertrouwen, volgen ongestoord,
op weg gaan met U mee.
4 Leg Heer uw stille dauw van rust
op onze duisternis.
Neem van ons hart de vrees, de lust,
en maak ons innerlijk bewust
hoe schoon uw vrede is.
Preek
Orgelintermezzo op het lied Genade zo oneindig groot
Genade, zo oneindig groot.
Dat ik, die ’t niet verdien
Het leven vond, want ik was dood
En blind, maar nu kan ‘k zien.
Genade die mij heeft geleerd
Te vrezen voor het kwaad.
Maar ook – als ik mij tot Hem keer
Dat God mij nooit verlaat.
Want Jezus droeg mijn zondelast
En tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
En brengt mij veilig thuis.
Gebed
Zanggroep en gemeente zingen: ELB 356: 1, 2 en 3
Van U wil ik zingen, wie d’ eng’len omringen,
al juichend getuigend Uw goedheid, o Heer.
‘k Wil loven en danken,met woorden en klanken
en prijzen Uw goedheid en liefde steeds meer.
Mag immer mijn harte, in vreugd en in smarte,
zich leren te keren, o God, tot Uw troon.
Verhoor mijn verlangen, wil leiden mijn zangen,
tot ‘k, Vader, benader, der engelen toon.
Mag hier dan mijn zingen, Uw heem’len doordringen
en juub’lend zich mengen, met hemelse toon,
tot ‘k eenmaal hierboven,U eeuwig mag loven,
als ‘k juichend zal staan, bij Uw stralende troon.
Zegen
Collecte: Bestemd voor diaconie en kerk
U kunt uw bijdrage overmaken op de rekening van de kerk; zie het kerkblad.