Liturgie dankdienst Bertus Omta

Dankdienst voor het leven van

Lambertus Engelhardus Omta

Geboren te Garrelsweer op 9 mei 1940
Overleden te Zwolle op 23 oktober 2024

Protestantse Gemeente “De Zaaier” te Ens
woensdag 30 oktober 2024 om 13:30 uur
Voorganger: Lous Bosselaar
Dienstdoend ambtsdrager: Tineke Dibbits
Diaken: Geertje Buitenhuis
Organist: Paul Buijnink

Liturgie:

Voorafgaand aan het begin van de dienst luisteren we naar orgelspel: van het lied “Uren, dagen, maanden, jaren”

Uren, dagen, maanden, jaren
Vliegen als een schaduw heen;
Ach! wij vinden, waar wij staren,
Niets bestendigs hier beneden!
Op de weg, die wij betreden,
Staat geen voetstap, die beklijft:
Al het heden wordt verleden,
Schoon ’t ons toegerekend blijft!

Woord van welkom

Votum en groet (staande)

Paaskaars
De kaars die u op het podium voor in de kerk ziet staan, symboliseert de aanwezigheid van God die sprak “Er zij licht” en er was licht. Eveneens staat de brandende kaars symbool voor de woorden van de onze Here Jezus Christus die zegt “Ik ben het licht der wereld, wie mij volgt zal nimmer in de duisternis wandelen”.

Samen zingen: Liedboek 909: 1 en 3
1 Wat God doet, dat is welgedaan,
zijn wil is wijs en heilig.
‘k Zal aan zijn hand vertrouwend gaan,
die hand geleidt mij veilig.
In nood is mij zijn trouw nabij.
Ja Hij, de Heer der heren,
blijft eeuwig wijs regeren.

3 Wat God doet, dat is welgedaan,
daar laat ik het bij blijven.
Al moet ik door de engten gaan
waar mij de dood zal drijven
als God mij leidt kan ik de tijd
van duisternis verdragen:
ik zal zijn licht zien dagen.

Gebed

In memoriam Bertus Omta

Samen zingen: Liedboek 43: 3 en 4
3 O Here God, kom mij bevrijden,
zend mij uw waarheid en uw licht
die naar uw heilge berg mij leiden,
waar Gij mij woning wilt bereiden.
Geef dat ik door U opgericht
kom voor uw aangezicht.

4 Dan ga ik op tot uw altaren,
tot U, o bron van zaligheid.
Dan mag mijn ziel uw heil ervaren
en dankbaar ruisen alle snaren
voor U die al mijn vreugde zijt
en eindloos mij verblijdt.

Schriftlezing O.T. Psalm 39
1 Voor de koorleider. Voor Jedutun. Een psalm van David.
2 Ik had mij voorgehouden: Ik moet mij beheersen en mijn tong voor zonde behoeden,
mijn mond met een muilband bedwingen te midden van mensen zonder God of gebod.

3 En ik zei dan ook niets, geen woord, ik zweeg en vond geen verlichting, ik voelde steeds heviger pijn. 4 Het brandde in mijn binnenste,
bij mijn zuchten laaide een vuur op en mijn tong begon te spreken:
5 ‘Geef mij weet van mijn einde, HEER, van de maat van mijn levensdagen, laat mij weten hoe vergankelijk ik ben. 6 U maakte mijn dagen een handbreed lang, mijn levensduur is niets in uw ogen, niet meer dan lucht is het bestaan van een mens, 7 niet meer dan een schaduw zijn levenspad, niet meer dan lucht wat hij rusteloos najaagt, hij vergaart en weet niet wie het toevalt.’
8 En nu, wat verwacht ik, Here Mijn hoop, die is op U.
9 Bevrijd mij van al mijn zonden, bespaar mij de hoon van dwazen. 10 Ik zei niets, opende mijn mond niet, want U was het die mij dit alles aandeed. 11 Houd op mij nog langer te kwellen, ik bezwijk onder de slagen van uw hand. 12 U kastijdt de mens als straf voor zijn zonde, U tast zijn schatten aan zoals een mot een kleed, niet meer dan lucht is een mens.

13 Hoor mijn gebed, HEER, luister naar mijn hulpgeroep, wees niet doof voor mijn verdriet,
want een vreemdeling ben ik, bij U te gast zoals ook mijn voorouders waren. 14 Wend uw straffende blik van mij af, Opdat ik mij opnieuw verheug voordat ik heenga en niet meer ben.

Schriftlezing N.T. Johannes 12: 24-26:
24 Werkelijk, Ik verzeker u, als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft brengt hij veel vruchten voort. 25 Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven loslaat, behoudt het voor het eeuwige leven. 26 Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie Mij dient zal door de Vader geëerd worden.

Samen zingen: Liedboek 1973: 291: 1 en 2
1 Nooit kan ’t geloof te veel verwachten,
des Heilands woorden zijn gewis.
’t Faalt aardse vrienden vaak aan krachten,
maar nooit een vriend als Jezus is.
Wat zou ooit zijne macht beperken?
’t Heelal staat onder zijn gebied!
En wat zijn liefde wil bewerken,
ontzegt Hem zijn vermogen niet.

2 Die hoop moet al ons leed verzachten.
Komt, reisgenoten, ’t hoofd omhoog
Voor hen, die `t heil des Heren wachten,
zijn bergen vlak en zeeën droog.
O zaligheid niet af te meten,
o vreugd, die alle smart verbant!
Daar is de vreemd’lingschap vergeten
en wij, wij zijn in ’t vaderland!

Overdenking: De graankorrel en de oogst

Samen zingen: Liedboek 978: 1 en 2
1 Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de onzeek’re zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.

2 Gij roept het jonge leven wakker,
een tuin bloeit rond het open graf.
Er ruisen halmen op de akker
waar zich het zaad verloren gaf.
En vele korrels vormen saam
een kostbaar brood in uwe naam.

Gedenksteen en levensboom:

Onze gemeente geeft aan de nabestaanden van de overledenen een witte steen.
Op tafel ligt een steen met daarop de naam van Bertus Omta.
Deze steen wordt in onze kerk bewaard tot gedachteniszondag 24 november 2024.
Die zondag worden de overledenen uit onze gemeente, waaronder Bertus Omta, herdacht en zal een kaars aan de paaskaars worden aangestoken.
Na afloop van die dienst wordt de gedachtenissteen samen met de kaars aan de in de dienst aanwezige vertegenwoordiger van de familie overhandigd.

De steen zal in de levensboom worden gelegd door Gerard en Cris

Samen zingen Liedboek 978: 3 en 4
3 Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
’t Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.

4 Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.

Gebed

Samen zingen: Liedboek 727: 1, 2 en 10
1 Voor alle heil’gen in de heerlijkheid
die U beleden in hun aardse strijd,
zij uw naam lof, o Jezus, te allen tijd!
Halleluja, halleluja!

2 Gij waart hun rots, hun burcht en al hun macht;
Gij, Heer, hun loods en licht in storm en nacht;
Gij hebt uw pelgrims veilig thuisgebracht.
Halleluja, halleluja!

10 Van alle einders, van de verste kust
zullen zij vinden vrede, feest en rust,
U lovend, Vader, Zoon, Heilige Geest!
Halleluja, halleluja!

Dankwoord namens de familie
Mededelingen door Hilde van Wilsum, Dela Uitvaartzorg

Bij het uitdragen luisteren we naar orgelspel:
Liedboek 23b: 1, 3 en 5

1 De Heer is mijn herder!
’k Heb al wat mij lust;
Hij zal mij geleiden
naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens
aan wat’ren der rust.

3 De Heer is mijn Herder!
Al dreigt ook het graf,
geen kwaad zal ik vrezen,
Gij zult bij mij wezen;
o Heer, mij vertroosten
uw stok en uw staf!

5 De Heer is mijn Herder!
Hem blijf ik gewijd!
‘k zal immer verkeren
in ’t huis mijnes Heren:
zo kroont met haar zegen
zijn liefde me altijd.

Voortzetting dienst op de begraafplaats

Lezing Psalm 23
1 Een psalm van David.
De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. 2 Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water, 3 Hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van zijn naam.
4 Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed.
5 U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand, U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.
6 Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven. ik verblijf in het huis van de HEER tot in lengte van dagen.

Enkele woorden van Jezus
> Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven ook al is hij gestorven.
> Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde.
> Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Wie overwint vallen deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn.

Samen bidden we het Onze Vader
Onze Vader, die in de hemelen zijt;
Uw naam worde geheiligd.
Uw koninkrijk kome.
Uw wil geschiede,
gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
Want van u is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
tot in eeuwigheid. Amen.
Bidden we om God’s Zegen

Zegenbede
Laten wij dan gaan in de vrede van de Heer, zijn dag tegemoet.
De HEER zegene ons en Hij behoede ons,
De HEER doe zijn aangezicht over ons lichten zij ons genadig, De HEER verheffe zijn aangezicht over ons en geve ons vrede.
Amen.