Liturgie gezinsdienst 28 november 2021 09:30
De dienst is met beeld te volgen via kerkdienstgemist.nl of te beluisteren via kerkomroep.nl.
Helaas wil het nog wel eens voorkomen dat het geluid bij kerdienstgemist.nl wegvalt, probeer in dat geval mee te luisteren via kerkomroep.nl, die doet het vaak wel.
PKN De Zaaier, Ens,
Gezinsdienst 28 noveber 2021, 9:30 uur
Ruth 1, Lucas 1: 5-25
Thema: ‘In verwachting van verandering’
Welkom door de ouderling van dienst en mededelingen
Bij de mededelingen is er het bericht dat op 25 november 2021 is overleden mevrouw H. Batterink in de leeftijd van 95 jaar. De begrafenis zal D.V. plaatsvinden donderdag 2 december a.s. te Ens aansluitend op de dankdienst voor haar leven in kerkgebouw De Zaaier, aanvang 11:30 uur.
Daarvòòr is er gelegenheid tot condoleren van 10:45 – 11:15 uur.
Ter nagedachtenis aan haar en tot troost van de familie wordt gezongen psalm 139: 1:
1 Heer, die mij ziet zoals ik ben,
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
’t ligt alles open voor uw ogen.
Openingslied: 1005, 1, 3 en 4
Zoekend naar licht, hier in het duister,
zoeken wij U, waarheid en kracht.
Maak ons uw volk, heilig, vol luister,
schijn in de donkerste nacht.
refrein:
Christus, ons licht
schijn door ons heen, schijn door het duister.
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis.
Zoekend naar brood lijden zij honger,
zoekend naar water lijden zij dorst.
Maak ons uw brood, breek ons voor allen,
U bent de vredevorst.
Zoekend naar troost zijn velen dakloos,
zoekend naar warmte zijn velen koud.
Maak ons een huis van levende stenen,
schuilplaats door U gebouwd.
Openingswoorden
Gebed
Lied: Psalm 25, 2
Here, maak mij uwe wegen
door uw Woord en Geest bekend;
leer mij, hoe die zijn gelegen
en waarheen G’ uw treden wendt;
leid mij in uw rechte leer,
laat mij trouw uw wet betrachten,
want Gij zijt mijn heil o Heer,
‘k blijf U al den dag verwachten.
Een woord om mee te leven
Luisterlied: ‘Wij aanbidden U’ door chr. Koor Jigdaljahu
Kindernevendienstproject:
De eerste adventskaars wordt aangestoken, terwijl we zingen (mel. ‘Nu daagt het in het oosten’)
Eén kaars gaat er nu branden
en zegt aan iedereen:
Er is een feest op handen,
de duisternis gaat heen.
Vertelling van Ruth 1, eventueel als schetsbordverhaal (door leiding KND)
Verwerking door leiding van de KND
Luisterliedje (eerste del van) ‘Iemand als Ruth’
Terwijl de kinderen aan de slag gaan met hun werkjes luisteren wij naar: Lucas 1: 5-25 (door ?)
Toen Herodes koning van Judea was, leefde er een priester die Zacharias heette en tot de priesterafdeling van Abia behoorde. Zijn vrouw, Elisabet, stamde af van Aäron. Beiden waren rechtvaardig in Gods ogen en leidden een onberispelijk leven, geheel volgens de geboden en wetten van de Heer. Ze hadden geen kinderen, want Elisabet was onvruchtbaar, en beiden waren al op leeftijd.
Toen de afdeling van Zacharias aan de beurt was om de priesterdienst te vervullen, werd er volgens het gebruik van de priesters geloot en werd Zacharias aangewezen om het reukoffer op te dragen in het heiligdom van de Heer. De samengestroomde menigte bleef buiten staan bidden terwijl het offer werd gebracht. Opeens verscheen hem een engel van de Heer, die aan de rechterkant van het reukofferaltaar stond. Zacharias schrok hevig bij het zien van de engel en hij werd door angst overvallen. Maar de engel zei tegen hem: ‘Wees niet bang, Zacharias, je gebed is verhoord: je vrouw Elisabet zal je een zoon baren, en je moet hem Johannes noemen. Vreugde en blijdschap zullen je ten deel vallen, en velen zullen zich over zijn geboorte verheugen. Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer, en wijn of bier zal hij niet drinken. Hij zal vervuld worden van de heilige Geest terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is, en hij zal velen uit het volk van Israël naar de Heer, hun God, terugbrengen. Hij zal voor Hem uit gaan met de geest en de kracht van Elia, om ouders met hun kinderen te verzoenen en om van zondaars rechtvaardigen te maken, en zo zal hij voor de Heer een volk gereedmaken.’
Zacharias vroeg aan de engel: ‘Hoe kan ik weten of dat waar is? Ik ben immers een oude man en ook mijn vrouw is al op leeftijd.’ De engel antwoordde: ‘Ik ben Gabriël, die altijd in Gods nabijheid is, en ik ben uitgezonden om je dit goede nieuws te brengen. Maar omdat je geen geloof hebt gehecht aan mijn woorden, die op de voorbestemde tijd in vervulling zullen gaan, zul je stom zijn en niet kunnen spreken tot de dag waarop dit alles gaat gebeuren.’
De menigte stond buiten op Zacharias te wachten, en de mensen vroegen zich af waarom hij zo lang in het heiligdom bleef. Maar toen hij naar buiten kwam, kon hij niets tegen hen zeggen. Ze begrepen dat hij in het heiligdom een visioen had gezien; hij maakte gebaren tegen hen, maar spreken kon hij niet. Toen zijn tempeldienst voorbij was, ging hij terug naar huis.
Korte tijd later werd zijn vrouw Elisabet zwanger. Ze leefde vijf maanden lang in afzondering en zei bij zichzelf: De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten.
Lied: 464, 1en 2
Een engel spreekt een priester aan.
Wil hij het goede nieuws verstaan?
Omdat hij niet geloven kan
wordt hij een sprakeloze man.
Soms staat de hemel op een kier:
een bode van de Heer komt hier,
verrast ons met een blij bericht,
en zet de aarde in het licht!
Gedachten bij de lezingen
Luisterlied: ‘God keert alles om’, door Sela
Voorbeden en dankgebed, afgesloten door het lied ‘Onze Vader in de hemel’
De kinderen laten zien wat ze gemaakt hebben
Aandacht voor de collecte
Slotlied: 440, 1, 3 en 4
Ga, stillen in den lande,
uw Koning tegemoet,
de intocht is ophanden
van Hem die wonderen doet.
Gij die de Heer verwacht,
laat ons voor alle dingen
Hem ons hosanna zingen.
Hij komt, Hij komt met macht.
Weest onbezorgd, gij armen,
aan kinderen gelijk;
in koninklijk erbarmen
maakt God u groot en rijk.
Hij die het veld bekleedt,
de vogelen kan spijzen,
wil ook zijn kind bewijzen
dat Hij zijn noden weet.
Gij schenkt met volle handen,
die zelf de armoe draagt.
Gij maakt uzelf te schande,
die steeds naar zondaars vraagt.
Wij willen, groot en klein,
die ’t al van U ontvingen,
U ons hosanna zingen
en eeuwig dankbaar zijn.
Zegen