Liturgie eredienst 14 november 2021 09:30
De dienst is met beeld te volgen via kerkdienstgemist.nl of te beluisteren via kerkomroep.nl.
Protestantse Gemeente De Zaaier, Ens
Liturgie 14 november 2021, 9.30 uur
Voorganger Ds. W. Bloemendaal, Zwolle
Ouderling van dienst: Etty Rens
Diaken van dienst: Klaas Pol
Organist: Jan Mark van den Berg
Er is jeugdkerk
Afkondigingen
Zingen: Ps 136: 1-4
1
Looft den HEER, want Hij is goed,
trouw in alles wat Hij doet.
Want zijn goedertierenheid
zal bestaan in eeuwigheid.
2
Geeft den God der goden eer,
jubelt voor den heren Heer.
Hij doet wondren, Hij alleen
trouw door alle tijden heen.
3
Looft Hem die de hemel schiep,
zijn verstand is grondloos diep.
Hij bereidde zee en land.
Eeuwig houdt zijn liefde stand.
4
Zon en maan en sterren gaan
koninklijk hun vaste baan.
God regeert bij dag en nacht,
zijn genade blijft van kracht.
Stil gebed
Votum en groet
Staande zingen: Klein Gloria (LB 195)
Ere zij de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
als in den beginne,
nu en immer en van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
Kyriegebed
Zingen: LB 412: 1,3
Wij loven U, o God, belijden U als Heer.
Eeuwige Vader, U geeft heel de wereld eer.
U zingen alle heemlen, serafs, machten, tronen,
onafgebroken rijst hun lied op hoge tonen:
Gij, driemaal heilig zijt Gij, God der legerscharen,
wiens grootheid aard’ en hemel heerlijk openbaren!
U, Vader, U zij lof op een verhoogde toon!
Lof en aanbidding zij uw eengeboren Zoon.
Lof zij uw Geest, die ons ten Trooster is gegeven,
ons in de waarheid leidt, de weg van eeuwig leven.
U looft uw kerk alom, waar Gij die ook vergaarde;
U looft wat loven kan, in hemel en op aarde!
Leefregel – Leviticus 19: 2-10
Gesprek met de kinderen (als dat mogelijk is)
Gebed om de verlichting van de Heilige Geest
Zingen: LB 162: 1,3,6
In het begin lag de aarde verloren,
in het begin in de duisternis;
God sprak zijn woord en het licht werd geboren,
’t licht dat vandaag onze dag nog is.
In het begin is de aarde gekomen,
in het begin uit de diepte der zee.
In het begin kwam het gras en de bomen,
bloeiden de bloemen en graasde het vee.
In het begin riep God mensen tot leven,
in het begin was het woord in hun mond.
Wat was het goed om op aarde te leven,
wat was God blij dat de wereld bestond.
Schriftlezing: Genesis 3:1 – 3: 15
Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ ‘
We mogen de vruchten van alle bomen eten, ‘antwoordde de vrouw, ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ ‘Jullie zullen helemaal niet sterven, ‘zei de slang. ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’
De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan.
Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. Toen de mens en zijn vrouw God, de HEER, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor hem tussen de bomen.
Maar God, de HEER, riep de mens: ‘Waar ben je?’ Hij antwoordde: ‘Ik hoorde u in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’ ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten?’
De mens antwoordde: ‘De vrouw die u hebt gemaakt om mij ter zijde te staan, heeft mij vruchten van de boom gegeven en toen heb ik ervan gegeten.’ ‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg God, de HEER, aan de vrouw.
En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’ God, de HEER, zei tegen de slang: ‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’
Zingen: Ps 33: 5,7
5 Van waar Hij woont, in ’t licht verheven,
ziet God op deze aarde neer.
Al wat door mensen wordt bedreven,
een open boek is ’t voor de HEER.
Woord voor woord te lezen / is voor Hem hun wezen,
want Hij vormt hun hart.
Wat zij ook verzinnen, / heimelijk beginnen,
wordt door Hem ontward.
7 Heil hem, die hoopt in vrees en beven
op Gods genadig aangezicht.
Wie op zijn gunst vertrouwt zal leven,
God houdt het oog op hem gericht.
Ja, Hij kent de zijnen, / Hij laat niet verkwijnen
wie zijn hulp verbeidt.
Koninklijk van gaven / wil de HERE laven
wie ontbering lijdt.
Preek
Zingen: LB 117a: 1,2
1 Gij volken looft uw God en Heer
wilt Hem het loflied zingen.
Laat de fonteinen van zijn eer
in ieder hart ontspringen,
omdat Hij u verkoren heeft,
omdat Hij u genade geeft,
door Christus, halleluja.
2 Hoe groot is zijn barmhartigheid
voor allen allerwege,
zijn waarheid en zijn tederheid
als overvloed van regen.
Zijn liefde duurt in eeuwigheid,
en geeft om niet de zaligheid.
Zingt, zingt Hem, halleluja.
Voorbeden
Inzameling der gaven (aankondiging):
Zingen: LB 769: 1,2,3.
1 Eens, als de bazuinen klinken
uit de hoogte, links en rechts,
duizend stemmen ons omringen,
ja en amen wordt gezegd,
rest er niets meer dan te zingen,
Heer, dan is uw pleit beslecht.
2 Scheurt het voorhang van de wolken,
wordt uw aangezicht onthuld,
vaart de tijding door de volken
dat Gij alles richten zult:
Heer, dan is de dood verzwolgen,
want de schriften zijn vervuld.
3 Roep de doden tot getuigen
dat Gij van oudsher regeert,
roep hen die men dwong te zwijgen,
die de wereld heeft geweerd,
richt omhoog wat wist te buigen,
kroon wat aanzien heeft ontbeerd.
Wegzending en zegen.